Er zijn veel vogelasiels die als taak hebben om wilde en verwilderde dieren die verzwakt, ziek of gewond zijn de zorg te bieden die ze nodig hebben. Omdat ze veel kennis over de vogels hebben krijgen ze ook vaak telefoon als mensen overlast van dieren ervaren. Ze kunnen advies en informatie geven. Ingrijpen doen ze niet.

Mensen ervaren voornamelijk overlast van ganzen en zwanen. Veel overlast kan worden voorkomen door watervogels niet te voeren. Dat is in de eerste plaats niet nodig en ongezond, maar het voeren heeft nog een nadelig effect. De dieren hebben snel door dat bij mensen voer te halen is en zullen daardoor sneller mensen op zoeken. In het algemeen geldt dat als u dieren niet voert en helemaal met rust laat ze geen mensen zullen op zoeken.

In de broedtijd, en wanneer de dieren jongen hebben, bewaken zij hun kroost. Dat is niet gek, want wij mensen doen dat ook. Het waarschuwende gedrag van de dieren wordt vaak als aanvallend beschouwd. In die situaties kan het soms een mogelijkheid zijn de dieren tijdelijk af te schermen. Dat geeft de dieren ook meer rust.

In principe zijn in het wild levende vogels beschermd. Daar is op nationaal en Europees niveau wetgeving over. Knobbelzwanen zijn bijvoorbeeld als beschermde diersoort opgenomen in de wet, maar de witte (verwilderde) boerengans is dat niet. Dat maakt niet dat deze gans vogelvrij is. Algemeen gesteld mag u wilde, of verwilderde, dieren niet storen of verstoren.

In alle gevallen van overlast moet u zich tot uw gemeente wenden. Het is aan hen om te bepalen hoe groot de overlast is, of er wat aan gedaan kan worden en zo ja, wat dan.

Tips:

  • Voer watervogels alleen als het meer dan 1 week streng vriest.
  • Laat wild levende dieren altijd met rust.
  • Neem bij overlast contact op met uw gemeente.